Hoogbegaafdheid is veel meer dan een hoog IQ alleen. In 2007 zijn twintig experts op het gebied van hoogbegaafdheid tot een gezamenlijke positieve omschrijving van hoogbegaafdheid gekomen; het Delphi-model hoogbegaafdheid: “Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”
Ongeveer 2 à 3% van de mensen is hoogbegaafd. Het is belangrijk dat dit bij een kind herkend wordt, zodat het op school en thuis de begeleiding krijgt die het nodig heeft.

Klik op afbeelding om deze te vergroten

Hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit
De hoge sensitiviteit waarvan gesproken wordt in het Delphi-model, wordt op een andere wijze ook genoemd in de Positieve Desintregatie Theorie van Dabrowski (1966). Hoogbegaafde mensen kunnen (over)gevoeligheden hebben op verschillende gebieden. Deze gevoeligheden worden beschreven als een hoger dan gemiddelde reactie op stimuli, door een verhoogde sensitiviteit van receptoren van het zenuwstelsel. Er zijn verschillende soorten gevoeligheden, namelijk psychomotorische, zintuiglijke, intellectuele, beeldende en emotionele gevoeligheden.

Klik op afbeelding om deze te vergroten

 Hoogbegaafd ben je vanaf je geboorte
Er is een grote erfelijke component mee gemoeid. Dat houdt in de praktijk in dat veel hoogbegaafde kinderen ook hoogbegaafde ouders en/of broertjes en zusjes hebben. Het is echter niet altijd zo. Hoogbegaafde kinderen zijn al vanaf hun geboorte anders in hun reacties en ontwikkeling. Rondom het derde levensjaar is het al goed mogelijk om door een gespecialiseerde psycholoog/orthopedagoog een ontwikkelingsvoorsprong te laten vaststellen via een onderzoek. Rondom het zevende levensjaar kan het IQ worden vastgesteld, hoewel deze op dat moment nog wel in ontwikkeling is.

Het IQ is een gangbare maat om de intelligentie te meten en geeft aan hoe iemand scoort op een intelligentietest, vergeleken met het deel van de bevolking van dezelfde leeftijd.
Een IQ score is echter niet betrouwbaar genoeg bevonden om te worden gebruikt als hard ‘bewijs’ voor de aanwezigheid van hoogbegaafdheid. Een IQ is niet uit te drukken in 1 getal en er kan dus feitelijk geen strikte grens getrokken worden bij een IQ score 130. Een IQ score hoger dan 130 is een indicatie voor een hoge intelligentie. Wordt er een lagere IQ score gemeten dan betekent dat niet dat er geen sprake van een hoge intelligentie is. Naast testgerelateerde aspecten zijn er ook tal van andere factoren die de hoogte van een testuitslag kunnen beïnvloeden. Denk hierbij aan vermoeidheid, ziekte, faalangst, perfectionisme, de aanwezigheid van reflexen of motorische problemen. Om hoogbegaafdheid vast te stellen, moeten ook de zijns-factoren worden meegenomen.

De ontwikkeling van het hoogbegaafde kind verloopt anders dan bij andere kinderen. Hoogbegaafde kinderen ervaren vaak al vroeg dat ze anders zijn dan leeftijdsgenootjes. Ze kunnen zich niet herkennen in andere kinderen. Dit kan belemmerend werken bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld.

Zowel kinderen als volwassenen worden belemmerd in hun ontwikkeling als er remmende factoren zijn. Hierdoor ontstaat een bore-out, burn-out of lichamelijke klachten. Voor ouders is het meestal niet belangrijk dat hun kind met uitzonderlijk prestaties opvalt. Voor de kinderen zelf kan het erg verwarrend zijn dat je weet wat je kan en wie je bent, maar het niet op school kunt laten zien. Of dat je op je werk onvoldoende tot je recht kunt komen. Door een goede begeleiding leren kinderen en volwassenen hoogbegaafdheid en de daaraan gekoppelde sensitiviteit integreren in hun leven.

Het gaat er uiteindelijk om dat je als kind of volwassene je zo door het leven kan bewegen dat je een gelukkig hoogbegaafd en sensitief persoon bent. Je kunt op die manier leren om jezelf te kunnen en durven zijn en te laten zien wie je bent. Dat is dan ook het doel van ik ben unyk.